Stervenscultuur

In de afgelopen decennia zijn Nederlanders zich anders gaan verhouden tot de dood. En dat is, gelet op de maatschappelijke ontwikkelingen, helemaal niet zo vreemd. Collectief gezien drukken wij ons besef van eindigheid weg. Meer dan vroeger kán dat ook. Medisch technologische ontwikkelingen gaan snel. Dokters hebben steeds meer mogelijkheden het leven van hun patiënten – al dan niet op verzoek van deze patiënten en naasten - nog even te rekken. Een andere cultuurbepaalde ontwikkeling is de ontkerkelijking. Hadden veel mensen vroeger geloofsovertuigingen en tradities, met veelal vastomlijnde ideeën over het ‘eeuwige leven’ na de dood en rituelen rondom het levenseinde, dergelijke gedeelde gebruiken en overtuigingen hebben steeds minder zeggings- en werkingskracht. Dat geldt voor grote groepen Nederlanders.

Zelfbeschikking en regie

Wat wordt in onze veranderende samenleving - waarin mensen steeds langer leven en religie een steeds minder grote rol speelt – dan als goede dood gezien? Uit krantenartikelen verschenen tussen 2010 en 2020[i] blijkt dat het keuze-narratief dominant is. Het blijkt met andere woorden de dood te zijn waar je zelf voor kunt kiezen, waar je hulp voor kunt vragen en krijgen. Het geeft mensen, die autonomie en zelfbeschikking belangrijk vinden, een actieve rol. Gebrek aan controle, aftakeling en afhankelijkheid worden doorgaans gezien als afschrikwekkend. De dominantie van het keuze-discours in de media is kenmerkend te noemen voor de stervenscultuur anno nu in onze samenleving. Naast de hang naar autonomie vragen patiënten en naasten ook steeds vaker regie over de stervensfase. 

Ingrijpen maar zelden noodzakelijk

De manier waarop de media aandacht besteden aan het levenseinde is van grote invloed op de manier waarop veel Nederlanders denken over de laatste fase. Het beïnvloedt de manier waarop zij de werkelijkheid zien en daarnaar gaan handelen. Zo ontstaat een zichzelf versterkend en onjuist beeld over het levenseinde. Het lijkt erop dat ieder sterfbed gepaard gaat met ondraaglijk en uitzichtloos lijden en dat ingrijpen noodzakelijk is. Dat is maar zelden het geval.

Tijd voor een ander verhaal

Aandacht voor het gewone sterfbed zal de weg kunnen vrijmaken voor een ander verhaal over de laatste levensfase in onze samenleving. Een verhaal dat ruimte maakt voor het wonderbaarlijke, voor wat stil maakt, ontroert, heelt en verbindt. Een verhaal dat misschien wel meer waarheid in zich bergt dan het beeld dat wij hebben gecreëerd. Een verhaal over intimiteit, verbondenheid en heling.

[i] ‘I want to die on my own terms’: Dominant interpretative repertoires of ‘a good death’ in old Dutch newspapers. Els van Wijngaarden, José Sanders